Balansverslag
Een terugblik

Aan het einde van mijn fictieautobiografie schreef ik het volgende:
Als ik mijn literaire competentieniveau bekijk op de competentiematrix van Theo Witte dan schaal ik mezelf momenteel in op niveau 5 - letterkundig lezen. Ik hou van een verhaal dat uit meerdere lagen bestaat, dat een meer complexe structuur heeft. De verhalen spelen zich bij voorkeur af in een politiek, psychologisch of filosofisch kader. Ik vind het enorm boeiend om oudere werken te toetsen aan de huidige realiteit. De schrijfstijl is bij voorkeur nuchter en realistisch, vaak eerder zakelijk. Ik merk graag dat er "gewerkt" is aan een zin. Ouderwets taalgebruik schrikt me zeker niet af, maar dat heeft misschien ook met mijn eigen leeftijd te maken. Ik probeer op de hoogte te blijven van wat er gebeurt op literair vlak, al moet ik toegeven dat ik dat de laatste jaren minder heb gedaan dan ik zou willen.
Wat is er ondertussen veranderd?
Ik ben niet meer of minder van lezen gaan houden. Ik hield (enorm veel) van lezen en ik doe dat nog steeds. Vooral op papier. Een e-reader is een bijzonder praktische uitvinding en ik heb er de afgelopen maanden gretig gebruik van gemaakt, vooral om het gewicht in mijn rugzak te beperken, maar de beleving is totaal anders. Het boek kunnen vasthouden, kunnen ruiken, een cover kunnen bekijken, eventueel een oude of recente foto van de schrijver op de achterflap. Het hoort er allemaal bij.
Wat wel veranderd is, is wat ik mijn literaire radar noem. Onder andere door dit portfolio, maar ook door effectief voor de klas te staan, ben ik alerter geworden voor alles wat met literatuur te maken heeft. Waar ik vroeger eerder bij dezelfde schrijvers bleef hangen of mij liet leiden door het toeval, een aantrekkelijke cover, een thema dat me aanspreekt, ga ik nu bewust op zoek naar meer input. Collega's die spreken over een bepaald boek, medestudenten die een bepaald boek hebben gelezen voor dit portfolio, zelfs de leerlingen in de klas kunnen een boek aanbrengen waarvan ik denk: dat wil ik ook nog lezen.
Je leest als leerkracht Nederlands niet meer alleen voor jezelf, maar ook om te delen. De motivatie om een boek te lezen is dus ook veranderd en daardoor ook de motivatie om een bepaald boek uit te lezen. De avonden van Gerard Reve of In ongenade van J.M. Coetzee zou ik vroeger misschien weggelegd hebben zonder het uit te lezen. Nu niet (meer).
De leukste opdracht voor dit portfolio vond ik zonder twijfel het bezoeken van de literaire evenementen. Vroeger deed ik dat sporadisch, nu probeer ik zoveel als mogelijk mee te pikken. Dat kunnen grote evenementen zijn, zoals bijvoorbeeld Rupi Kaur in de Koningin Elisabethzaal of Ilja Leonard Pfeijffer in de Bourla. Maar dat kan ook heel kleinschalig zijn, zoals bijvoorbeeld Miriam Van Hee die in de bibliotheek van Berchem komt voorlezen uit eigen werk.
En eerlijk gezegd vond ik het ook heel fijn om opnieuw in de jeugdliteratuur te duiken. Ik heb regelrechte parteltjes (her)ontdekt. Alles wat licht is en Allemaal willen we de hemel, om er maar twee te noemen. Je hebt uiteraard geen excuus nodig om jeugdboeken te lezen als volwassene, maar ik ben toch blij dat het een noodzaak is als leerkracht Nederlands om je leerlingen een gevarieerd aanbod te kunnen aanreiken.
Op dat vlak zie ik ook nog een groeimarge voor mezelf. Ik wil zeker nog meer boeken lezen in genres die me persoonlijk iets minder aanspreken, zoals science fiction en fantasy.
Is mijn literaire competentie erop vooruitgegaan? Absoluut. Of misschien moet ik het beter formuleren als: mijn literaire competentie is weer opgefrist. Ik kijk opnieuw met een bredere blik naar literatuur en ik ga graag met anderen in discussie over wat ik gelezen heb. Om te delen, maar zeker ook om te ontvangen.
Het kunnen delen van mijn passie voor taal en literatuur was een van de belangrijkste drijfveren om leerkracht Nederlands te worden en dankzij dit portfolio kan ik niet wachten om daarmee te beginnen.