In ongenade

door J.M. Coetzee

De opdracht: kies een werk uit de lijst Wereldliteratuur en ga erover in discussie met een medestudent. 

Nele en ik kozen voor In ongenade (Disgrace) van de Zuid-Afrikaanse schrijver J.M. Coetzee. Hij was de eerste schrijver die twee keer de Booker Prize won – o.a. voor Disgrace – en in 2003 mocht hij de Nobelprijs voor Literatuur in ontvangst nemen. Coetzee stond sinds 2003 op mijn leesradar, maar tot nu was het er nog niet van gekomen. In ongenade was dus mijn kennismaking met Coetzee … en wat voor een!

Het gesprek begon zoals bijna elk gesprek over een boek: "En, wat vond je ervan?" En daarna volgde langs beide kanten een veelzeggende, ietwat ongemakkelijke stilte. Het lijkt een detail dat niet thuishoort in een kwalitatieve bespreking van een boek. Het verwoordt echter perfect wat het boek met je doet. 

In ongenade valt niet in één zin samen te vatten. Je weet niet wat je eerst moet zeggen. Eens je begint, geraak je er niet over uitgepraat. Er valt enorm veel te vertellen over het verhaal, over wat wel en wat niet gezegd wordt, wat wel en wat niet bedoeld wordt, over wat de het boek met je doet.

We waren het er allebei over eens dat als we niet met elkaar de afspraak zouden gemaakt hebben om dit boek te lezen, dat we het dan na ongeveer 50 pagina's voor bekeken hadden gehouden. Het boek begint met de introductie van het hoofdpersonage, David Lurie, een oudere, conservatieve professor, aan de vooravond van zijn pensioen. Hij vindt geen plezier meer in het lesgeven, doet dat zonder passie en heeft geen voeling met zijn studenten. Na een lange, puur seksuele 'relatie' met een prostituee begint hij een verhouding met een van zijn studenten. Nele en ik deelden het gevoel dat we het verhaal van een 'zielige, walgelijke, oude man' voorgeschoteld kregen en dat het ons gepresenteerd werd zonder enige vorm van kritiek of berouw. Je voelt je ongemakkelijk, op het randje van misselijk en dat gevoel behoud je doorheen het boek. Je bevindt je voortdurend in een ongemakkelijke tweestrijd. Lurie bijvoorbeeld, is enerzijds een onsympathiek personage, dat misbruik maakt van zijn machtspositie, maar anderzijds voelde ik wel een zekere vorm van respect als hij weigert om een openbare knieval te doen en zich publiekelijk te excuseren voor zijn daden, terwijl hij geen spijt voelt. Het kost hem zijn baan, zijn reputatie en een zorgeloos pensioen. 99% van de mensen zou waarschijnlijk alles doen om hun hachje te redden. Dat ongemakkelijke gevoel van tweestrijd tussen walging en bewondering, veroordeling en respect, laat je doorheen het boek niet los.

Het belangrijkste thema is voor ons ook de tegenstelling: de kloof tussen oud en jong, tussen ouders en kinderen, tussen man en vrouw, tussen blank en zwart, tussen stad en platteland, tussen goed en slecht … Dit thema wordt meesterlijk uitgewerkt door Coetzee. Voor mijzelf was die tegenstelling zo voortdurend en duidelijk aanwezig dat ik bijna fysiek de tweestrijd voelde. Ik werd voortdurend heen en weer geslingerd tussen mijn gevoelens en meningen. Nele daarentegen ervoer eerder een te grote gelatenheid bij de personages. Na het uitwisselen en bespreken van verschillende scènes kwamen we tot de conclusie dat het opkomen voor de eigen waarden en principes van de personages en het verzet tegen de maatschappij vooral stilzwijgend gebeurt, door vooral niet te doen wat de meerderheid van de mensen zou doen, maar door vast te houden aan eigen waarden en keuzes. David die niet voor de eenvoudige oplossing van de openlijke excuses kiest, Lucy die beslist het kind van haar verkrachter niet weg te laten nemen en ervoor kiest om haar boerderij en het platteland niet te verlaten, David die geen aangifte doet van inbraak en het voorval klasseert als 'het zoveelste incident in de grote herverdelingscampagne'.

We herkenden ook allebei dat de honden een belangrijke rol spelen in het verhaal, maar het was pas na het lezen van In ongenade of Het einde van de Afrikaner droom (Verweij-van den Heuvel, 2004), dat we dat thema volledig konden plaatsen. We leerden uit het artikel dat honden een belangrijke rol speelden in de geschiedenis van Zuid-Afrika, in de strijd tussen blank en zwart. Het is dus niet toevallig dat Lucy honden heeft, dat die koelbloedig afgemaakt worden tijdens de overval, dat David Bev gaat helpen in het dodingsstation en dat David aan het einde van het boek de kreupele hond waar hij een speciale band mee heeft, laat inslapen.

Zoals hierboven al vermeld, zit er een zekere gelatenheid in de toon van het verhaal. Er wordt veel niet verteld, niet verklaard en niet bekritiseerd. De vertelinstantie en het vertelperspectief zijn hierin ook in grote mate bepalend. Het verhaal wordt verteld door een externe heterodiëgetische verteller die op een vrij afstandelijke manier over de personages praat. Vaak worden ze met voor- en familienaam genoemd, alsof het een verslag van een gebeurtenis is. Je zou dan een neutrale verteller verwachten, maar het vertelperspectief leunt nauwer aan bij een belevende verteller. Het is het verslag van David Lurie, zoals het mooi verwoord wordt in het artikel In ongenade: 'Dat het boek de Zuid-Afrikaanse gemoederen zo verhitte, mag geen verrassing zijn' (Peuteman, 2017): "Hoewel de roman in de derde persoon is geschreven, zit je als lezer de hele tijd in het hoofd van de eigengereide vijftiger. We zien de gebeurtenissen door zijn ogen, elke scène wordt gelardeerd met zijn betweterige cynisme, onbehagen en (uiteindelijk) doodsangst."

Door deze keuze blijf je als lezer met heel veel vragen zitten. Je komt bijvoorbeeld nooit te weten waarom Melanie eerst onderdak komt zoeken bij Lurie en kort daarna klacht indient. Wat is de rol van haar vriendje daarin? Waarom wil Lucy tot elke prijs op de boerderij blijven en stemt ze daarvoor zelfs in met een huwelijk met een man? Waarom nodigt de vader van Melanie David uit om bij hen te komen dineren? Het zijn maar een paar voorbeelden van vragen die tijdens het lezen voortdurend door mijn hoofd spookten.

Conclusie

Zelfs na een uitgebreid gesprek over het boek, kom je niet tot een eenvoudig antwoord op de vraag: "En, wat vond je ervan?" We vonden ons allebei in het volgende:

  • Hebben we het boek graag gelezen? Nee.
  • Zijn we blij dat we het gelezen hebben? Ja.
  • Vinden we het een goed boek? Absoluut ja.
  • Gaan we het boek snel vergeten? Nee.
  • Zouden we het boek aanraden? Ja.

En om met een persoonlijke noot te eindigen: het boek heeft me – ondanks het feit dat het geen 'aangename' lectuur is – wel warm gemaakt om meer van Coetzee te ontdekken. 

Bronnen

Peuteman, A. (2021, 20 januari). In ongenade: 'Dat het boek de Zuid-Afrikaanse gemoederen zo verhitte, mag geen verrassing zijn' Knack. https://www.knack.be/nieuws/cultuur/boeken/in-ongenade-dat-het-boek-de-zuid-afrikaanse-gemoederen-zo-verhitte-mag-geen-verrassing-zijn/

Recensie van KlaasvdL over In ongenade. (n.d.). https://www.hebban.nl/recensie/klaasvdl-over-in-ongenade

Van Der Graaf, I. (2019, 12 augustus). Achterliggende filosofie in het werk van de Zuid-Afrikaanse meester. Literair Nederland. https://www.literairnederland.nl/recensie-hans-achterhuis-coetzee-een-filosofisch-leesavontuur/

Verweij-van den Heuvel, M. (2004). In ongenade of Het einde van de Afrikaner droom, Liter. Jaargang 7 - DBNL. https://www.dbnl.org/tekst/_lit006200401_01/_lit006200401_01_0004.php

© 2022 Letterstof. Alle rechten voorbehouden.
Mogelijk gemaakt door Webnode Cookies
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin